Iedereen aan de meter


Het hebben van diabetes trekt vaak veel aandacht. Want hoe onopvallend ze op een verjaardagsfeestje ook probeert te meten, er is altijd wel weer een oom of tante die het opmerkt. En dan zit ze dus meestal voor een flinke tijd aan zo iemand vast. Dat klinkt erger dan het is hoor, want meestal zijn de familieleden oprecht geïnteresseerd. En niet zelden zie ik ze in zichzelf denken: "wat zou mijn bloedsuikerwaarde zijn? Zou ze dat ook kunnen meten?". Ze durven het meestal niet te vragen, maar lijken vaak wel te hopen dat m'n vriendin het voorstelt.

Ook als we ergens op bezoek zijn waar we niet zo vaak komen, zit er vaak iemand met grote ogen te kijken als ze zit te meten. Ook hij of zij wil wel 'ns weten hoe dat prikje nou voelt. En of zij inderdaad een "goede" waarde hebben. Als m'n lief dat doorheeft vraagt ze soms: "zal ik je even meten dan?" Dat doet ze om de nieuwsgierigheid van zo iemand te bevredigen, maar ook om ze wat meer te betrekken bij mensen met diabetes.

Het kost uiteraard wel één of twee lancetten en een extra teststrip, maar na de "ai, dat prikt zeg. Hoe vaak moet je dat doen?" heeft ze een voldane blik in haar ogen. Meestal zijn de mensen na zo'n keer meten tevreden over de opgedane ervaring. Ze vragen bij volgende ontmoetingen nog wel hoe het is met haar suiker, maar de smekende blikken om gemeten te worden blijven achterwege.

M'n vader heeft echter sinds een paar jaar "ook" diabetes. Type 2 natuurlijk, want ook hij heeft intussen de leeftijd bereikt waarop dat er een beetje bij hoort. Op zich is het allemaal niet zo erg: hij moet een beetje opletten met wat'ie eet en af en toe meet de huisarts z'n bloedsuikerspiegel. Maar sinds hij diabetes heeft, lijkt het wel alsof m'n vader een geheim pact heeft met m'n vriendin. Ze wordt nauwkeurig op de hoogte gehouden van de voortgang. En via haar hoor ik 't dan ook weer, dus ik vind 't wel prima zo.

Maar m'n vader wil nu ook regelmatig dat m'n vriendin zijn bloedsuiker meet. "Ik voel me een beetje slap, kun je me even meten?". In het begin deed ze dat dan wel. En steeds zat hij op een beetje hoge, maar niet verontrustende waarde. Dat was voor hem dan weer reden om zich gerustgesteld te voelen. Maar de laatste tijd probeert ze het meten-op-afroep toch een beetje af te houden, omdat ze niet op de stoel van zijn huisarts wil gaan zitten. En dat vind ik eigenlijk wel zo prettig. Want nu moet m'n vader tenminste regelmatig bij de huisarts langs voor controle en dat vind ik een heel geruststellend idee in zo'n beginfase van type 2.


Reacties zijn natuurlijk welkom via frank@vanpuffelen.net


Terug naar type3.vanpuffelen.net